De belangrijkste verschillen tussen Japanse stekkers en andere mondiale normen zijn onder meer:
Vorm en grootte van stekkers: Japanse stekkers hebben doorgaans twee platte pinnen parallel, soms met een aardingspin, terwijl andere mondiale standaarden mogelijk andere stekkervormen en -groottes bevatten, zoals ronde pinnen of schuine tanden.
Spanning en frequentie: Japan werkt op een elektrisch systeem van 100 volt met een frequentie van 50 of 60 Hertz, terwijl andere landen mogelijk andere spanningen (bijvoorbeeld 110V, 220V, 240V) en frequenties (bijvoorbeeld 50Hz, 60Hz) gebruiken.
Socketontwerp: Japanse stopcontacten zijn vaak verzonken in muren met de pinnen diep geplaatst, in tegenstelling tot sommige andere landen waar stopcontacten op het oppervlak kunnen worden gemonteerd of andere configuraties kunnen hebben.
Aarding: Hoewel aarding in veel landen gebruikelijk is, zijn niet alle Japanse stekkers voorzien van een aardingspin, afhankelijk van het apparaat en het specifieke type stekker dat wordt gebruikt.
Compatibiliteit: vanwege deze verschillen zijn Japanse stekkers mogelijk niet direct compatibel met stopcontacten in andere landen zonder het gebruik van adapters of spanningsomvormers.
Veiligheidsnormen: Japanse stekkers voldoen aan de veiligheidsnormen van de Japanese Industrial Standards (JIS), die kunnen afwijken van de normen zoals die van de International Electrotechnical Commission (IEC) of andere regionale normalisatie-instellingen.
Polariteit: De richting van de pinnen in Japanse stekkers kan afwijken van andere normen, wat invloed heeft op de polariteit van de elektrische verbinding.
Het begrijpen van deze verschillen is van cruciaal belang voor reizigers, expats en internationaal opererende bedrijven om compatibiliteit en veiligheid te garanderen bij het gebruik van elektrische apparaten in verschillende regio’s.